Ouderlijk gezag
Ouders oefenen samen het ouderlijk gezag uit over de uit hun huwelijk geboren kinderen.
Overlijdt de eerste ouder dan blijft het ouderlijk gezag bij de langstlevende ouder.
Voogd
Overlijdt ook deze ouder dan wordt door de kantonrechter een voogd benoemd, tenzij de ouder bij testament een voogd heeft benoemd. In het testament kan tevens een ‘reserve’ voogd worden benoemd voor het geval de beoogde voogd mocht afhaken. De voogd beslist pas na het overlijden van de ouder of hij de voogdbenoeming aanvaardt.
De taak van een voogd is dat hij er voor moet zorgen dat de minderjarige wordt opgevoed en verzorgd. Daarnaast zorgt de voogd voor de financiën en beheert hij het vermogen van de minderjarige. Indien er één voogd wordt benoemd heeft hij geen onderhoudsplicht jegens de minderjarige. Dit is anders als er twee gezamenlijke voogden worden benoemd. Zij hebben wel een onderhoudsplicht jegens de minderjarige.
Tenslotte
Voor echtgenoten zonder kinderen is van belang om te weten dat bij het overlijden van de laatste echtgenoot het gehele vermogen vererft naar de familie van de langstlevende. De familie van de eerst stervende krijgt dus niets, ook niet als beide overlijden kort op elkaar volgen. Bij testament kan hiervan worden afgeweken.
Voor ongehuwden zonder kinderen, maar met een grote familie, kan het wenselijk zijn om na te gaan of alle neefjes en nichtjes moeten erven of alleen een beperkte groep van familieleden, al dan niet met legaten voor andere familieleden, een en ander om de afwikkeling van de nalatenschap zo spoedig mogelijk te laten verlopen.