Algemeen

In de wet zijn regels opgenomen voor gehuwden en geregistreerde partners. Voor een man en een vrouw, twee mannen of twee vrouwen die ongehuwd samenwonen, regelt de wet helemaal niets. Alleen in een aantal fiscale wetten wordt onder bepaalde voorwaarden een fiscale tegemoetkoming getroffen voor ongehuwden.

Samenwoners zijn als het ware aan elkaar overgeleverd. Zolang alles goed gaat tussen hen is het wellicht geen probleem dat zij niets geregeld hebben. Dit wordt anders als de relatie in ruw weer terechtkomt of als de eerste samenwoner overlijdt. Als bij dat overlijden de gemeenschappelijke huishouding minder dan twee jaar heeft geduurd en de overleden samenwoner een testament heeft gemaakt ten behoeve van diens partner, is er voor het successierecht geen vrijstelling en wordt de erfenis voor het recht van successie tegen het hoge tarief belast (beginnend bij 41% over de eerste schijf van € 22.382,00 (2008)).
Als het overlijden plaatsvindt tussen het tweede en vijfde jaar na aanvang van de gemeenschappelijke huishouding, wordt in die periode van drie jaar een vrijstelling opgebouwd. Het hiervoor genoemde hoge tarief voor het recht van successie is dan nog steeds van toepassing voor zover het verkregene boven het vrijgestelde bedrag uitkomt.
Na vijf jaar is de vrijstelling gelijk aan de vrijstelling voor gehuwden en is het lage tarief voor het recht van successie van toepassing, een en ander voor zover het verkregene boven het vrijgestelde bedrag uitkomt (beginnend bij 5% over de eerste € 22.382,00 (2008)).

Om direct aanspraak te kunnen maken op de vrijstelling geldend voor gehuwden en het lage tarief voor het recht van successie, moeten de samenwoners aan een aantal voorwaarden voldoen, te weten:

  1. langer dan zes maanden samenwonen;
  2. op hetzelfde adres ingeschreven staan, en
  3. over en weer een zorgverplichting hebben die is vastgelegd in een door een notaris opgestelde samenlevingsovereenkomst.

Voor het sub 1 en 2 bepaalde is de gemeentelijke basisadministratie doorslaggevend.
Op grond van het hiervoor bepaalde, is het wenselijk om de vermogensrechtelijke gevolgen van de samenwoning vast te leggen in een samenlevingsovereenkomst. Naast het vastleggen van de rechten en plichten van de samenwoners wordt de overeenkomst vaak ook verplicht gesteld om de andere partner in aanmerking te laten komen voor een partnerpensioen.

Samenlevingsovereenkomst

Inhoud samenlevingsovereenkomst

Door een samenlevingsovereenkomst aan te gaan, ontstaat geen algehele gemeenschap van goederen zoals bij een huwelijk of een geregistreerd partnerschap. Evenmin zijn de partners na de ondertekening van een samenlevingsovereenkomst elkaars erfgenaam.

Hieronder treft u een opsomming aan van veel voorkomende regelingen in een samenlevingsovereenkomst. Uiteraard staat het u vrij hiervan af te wijken of clausules toe te voegen.

Inboedel

Wie is eigenaar van welke inboedelbestanddelen? Deze vraag wordt lastiger te beantwoorden naarmate men langer samenwoont en (oorspronkelijke) inboedel wordt vervangen of aangeschaft.

Kosten van de huishouding

Wat zijn gemeenschappelijke huishoudkosten en in welke verhouding dragen de samenwoners bij in deze kosten?

Overlijdensrisicoverzekering

Als bij het overlijden van een samenwoner een overlijdensrisicoverzekering tot uitkering komt, is het volgende van belang:

  1. de premies van de overlijdensrisicoverzekering moeten verschuldigd zijn geweest door de achterblijvende samenwoner, en;
  2. de premies mogen noch direct noch indirect, noch geheel noch ten dele, voor rekening van de overledene zijn gekomen. De samenlevingsovereenkomst moet hierop zijn ingericht. Bij een spaarhypotheek moet de premie worden gesplitst in een spaarpremie en een risicopremie.

Als aan deze voorwaarden is voldaan, is over het uitgekeerde bedrag geen recht van successie verschuldigd.

Overlijden

Vermogen dat uitsluitend op naam staat van de overledene vererft naar diens familie, tenzij in een testament anders is bepaald. Voor vermogen dat gemeenschappelijk eigendom is (bijvoorbeeld de inboedel, de gezamenlijk aangekochte woning en de en/of bankrekeningen) kan door middel van een zogenaamd ‘verblijvensbeding’ worden geregeld dat de eigendom van die goederen op de langstlevende overgaat. Van belang is nog wel dat bij een eigen woning een en ander in een door de notaris op te stellen akte wordt vastgelegd. Deze akte wordt na ondertekening bij het Kadaster ingeschreven. Tenslotte verdient nog vermelding dat voor het geval er kinderen zijn een testament hoogst noodzakelijk is.

Partnerpensioen

Zoals hiervoor al opgemerkt, wordt door de meeste pensioeninstellingen een door de notaris opgestelde samenlevingsovereenkomst verplicht gesteld om in aanmerking te komen voor een partnerpensioen. Na de ondertekening van de overeenkomst dient u er zelf voor te zorgen dat de pensioeninstelling van een en ander in kennis wordt gesteld.

Verbreking van de samenwoning

Wat zijn de gevolgen van het beëindigen van de samenwoning? Wie komt de gemeenschappelijke woning toe? Hoe wordt de inboedel verdeeld? Allemaal essentiële vragen die beter beantwoord kunnen worden als men nog ‘on speaking terms’ is.

Samenwonen en kinderen

Als uit een relatie van samenwoners kinderen zijn geboren, is het volgende van belang:

Erkenning

In de wet is bepaald dat de moeder diegene is uit wie het kind geboren is. De vader moet het kind erkennen om dezelfde rechten te krijgen als een gehuwde vader. Erkenning kan zowel vóór als na de geboorte worden geregeld bij de ambtenaar van de burgerlijke stand. Voor erkenning moet de moeder toestemming geven.

Gezamenlijk gezag

Bij de geboorte van een kind heeft alleen de moeder het gezag over dat kind. Erkenning van het kind leidt niet tot gezamenlijk gezag zoals nog wel eens – ten onrechte – wordt aangenomen.
Als de moeder en de vader gezamenlijk het gezag over een kind wensen, moeten zij een gezamenlijk verzoek doen tot aantekening hiervan in het gezagsregister. Dit kan pas na de geboorte van het kind worden geregeld. Het gezagsregister wordt gehouden bij de griffie van de rechtbank. Formulieren voor het aanvragen van gezamenlijk gezag zijn te verkrijgen bij de griffie van de rechtbank